IBEVE 30 jaar interview
Patrik Daems, directeur niet-medische preventie, over 30 jaar IBEVE
26-09-2019
Nauwelijks twee jaar nadat IDEWE 50 kaarsen mocht uitblazen, staat er opnieuw een verjaardagstaart in de oven. Dit najaar vieren we immers 30 jaar IBEVE. “Sinds de opstart van IBEVE, als tweede entiteit binnen de Groep IDEWE, bieden we een volledig pallet van diensten aan die te maken hebben met preventie en welzijn op het werk. Dat is een enorme rijkdom. Voor onze klanten was 1 + 1 plots meer dan 2. En intussen is het al veel meer dan 3 geworden.”
Met de oprichting van de ‘interbedrijfsgeneeskundige diensten’ in 1968 wou de wetgever een oplossing bieden voor de nood aan bedrijfsgeneeskunde. Voortaan konden ook kleinere bedrijven hun werknemers beschermen tegen gezondheidsrisico’s. Al heel snel voelden de pioniers bij IDEWE echter de noodzaak om de dienstverlening verder uit te breiden. Als IDEWE de beheersing van gezondheidsrisico’s kon waarnemen, waarom kon dat dan ook niet voor risico’s die met veiligheid te maken hadden?
“Die noodzaak werd in grote industriële bedrijven echter veel minder acuut aangevoeld”, vertelt Patrik Daems, directeur niet-medische preventie bij IDEWE. “Op dat ogenblik waren in deze bedrijven immers al diensthoofden Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing (VGV) aan de slag. Het was dus wachten tot 1989 toen de Europese kaderrichtlijn verscheen over veiligheid en gezondheid op het werk. Daarin stond te lezen dat in de kleinere bedrijven, waar doorgaans onvoldoende veiligheidsexpertise aanwezig was, een beroep moest gedaan worden op externe dienstenverstrekkers. Dat was ook wat wij bij IDEWE hadden vastgesteld.”
Van Interbedrijfsveiligheidsdienst naar Instituut voor bedrijfsveiligheid
Hoezo?
“De jaren nadat IDEWE als interbedrijfsgeneeskundige dienst van start was gegaan, kregen we dus almaar meer vragen die niet zozeer met gezondheid maar alles met veiligheid te maken hadden. Onze ambitie was bijgevolg al gauw om naast de interbedrijfsgeneeskundige dienst een Interbedrijfsveiligheidsdienst te creëren. Een paar maanden voor de Europese richtlijn verscheen, waren we dan ook al met een nieuwe afdeling gestart … die IBEVE werd gedoopt. Naar analogie met onze arbeidsartsen, die aan kleine bedrijven een dienstenpakket aanboden, zouden onze preventiemedewerkers de taken van de dienst VGV kunnen waarnemen. Het was de manier om ook daar in te spelen op nieuwe technologieën en methodes, die tot dusver alleen in grotere bedrijven ingang vonden.”
Maar zo liep het niet helemaal?
“De sociale partners, voornamelijk de vakbonden, waren er niet voor te vinden dat een externe dienst een veiligheidsexpert zou detacheren, zonder dat die op de payroll van het bedrijf zou staan. Vandaar dat IBEVE toen werd omgevormd tot ‘Instituut voor bedrijfsveiligheid’, met als voornaamste taken: de ondersteuning van het diensthoofd VGV en het realiseren van een symbiose met de interne dienst VGV.
“Het heeft nog tot 1996 geduurd voor de Welzijnswet verscheen. Die schiep het kader om de Europese richtlijn om te zetten in Belgische wetgeving. Nog twee jaar later waren de uitvoeringsbesluiten klaar en het was uiteindelijk 2000 toen de ‘interbedrijfsgeneeskundige diensten’ definitief vervelden tot ‘externe diensten voor preventie en bescherming op het werk’.”
Visionair
Meer dan 10 jaar na de oprichting van IBEVE …
“Precies. In 1989 begon IBEVE met het opbouwen van veiligheidsexpertise en het ontwikkelen van preventietools. Daarop zijn we blijven verder bouwen. Ik denk bijvoorbeeld aan SARIER, onze methodiek voor risicoanalyse. Risicoanalyse is de basis om aan preventie te doen en dat was en is nog steeds het uitgangspunt van de Welzijnswet.
Sinds 2000 moeten externe diensten, naast deskundigheid in arbeidsgeneeskunde ook expertise in huis hebben over veiligheid, ergonomie en psychosociale aspecten, waardoor ze werkgevers kunnen ‘ontzorgen’ in alle deeldomeinen van welzijn op het werk. Terwijl andere preventiediensten vaak van nul moesten beginnen, konden wij beroep doen op de expertise die we in huis hadden ontwikkeld. Je kan niet anders dan concluderen dat de toenmalige directie van IDEWE visionair is geweest. Daardoor konden we een voorsprong opbouwen die we tot op vandaag handhaven.”
Welke evoluties heeft IBEVE de jongste jaren doorgemaakt?
“IBEVE is geëvolueerd van een autonome organisatie naar een entiteit die helemaal verweven zit binnen de werking van IDEWE. Die complementariteit is uniek in het preventielandschap. Aanvankelijk werkten de IBEVE-experts centraal vanuit ons hoofdgebouw in Heverlee maar dat bleek op de duur niet meer efficiënt. Vandaag vinden ze aansluiting bij de regionale filialen van IDEWE, waardoor we onze klanten een snelle service en uitstekende bereikbaarheid kunnen garanderen. IBEVE realiseerde bovendien een inhoudelijke verbreding. Naast welzijn op het werk zijn we ons ook gaan toeleggen op ander preventiedomeinen, zoals het opzetten van zorgsystemen voor milieu, energie en duurzaamheid. Ook op het vlak van veiligheidscoördinatie op werven, asbest, legionella, … zijn wij toonaangevend geworden.”
Wat houdt die dienstverlening concreet in?
“Enerzijds zorgen we ervoor dat onze klanten voldoen aan de wettelijke verplichtingen inzake preventie en welzijn. Anderzijds creëren we op dat vlak belangrijke meerwaarde. Zo zijn we voortdurend alert voor nieuwe risico’s die ontstaan door de technologische evolutie. Denk bijvoorbeeld aan de batterijen voor elektrische fietsen en wagens. Heel veel bedrijven zijn bezorgd omdat die voertuigen hun ondergrondse parkings gebruiken, terwijl er gevallen bekend zijn van spontane ontbranding. Hoe de brand bestrijden? Zijn de gassen die vrijkomen toxisch? Hoe zit het met de aansprakelijkheid? Of denk bijvoorbeeld aan groene waterstof. Op zich een duurzame energiebron die veelbelovend is maar die ook nog veel vragen oproept. Het is niet voor niets dat we waterstof vroeger ‘knalgas’ noemden. Bedrijven kijken naar ons om op al deze vragen antwoorden te geven. Ze weten dat we autonoom zijn en niet gebonden aan leveranciers, waardoor we onafhankelijk advies verstrekken.”
Return on prevention
Zijn jullie niet vooral een kost voor bedrijven?
“Werken aan preventie houdt in dat je weet wat het kost maar zelden weet wat het opbrengt. De finaliteit is immers menselijke schade te vermijden en het leefmilieu te vrijwaren; doelstellingen die per definitie niet tastbaar en moeilijk meetbaar zijn. Het is daarom een blijvende uitdaging om de diensten en het advies die we bieden wetenschappelijk te onderbouwen. Het is onze ambitie om werkgevers zwart-op-wit aan te tonen dat investeren in preventie en welzijn werkt én economisch interessant is voor een organisatie. We moeten als preventiedienst steeds streven naar een return on prevention.”
Lukt dat?
“Steeds beter. Er is vandaag geen enkele werkgever die niet te maken krijgt met ‘the war for talent’. Geen enkel bedrijf redt het zonder geloofwaardig personeelsbeleid, waar welzijn onlosmakelijk deel van uitmaakt. Maar ook de steeds groeiende kost van ziekteverzuim, de vergrijzing en de psychosociale problematiek zorgen ervoor dat inzetten op preventie plots niet meer zozeer als een kost wordt gezien maar als een manier om zich als werkgever te onderscheiden.”
Zitten jullie standaard mee aan tafel als er grote bedrijfsbeslissingen genomen worden?
“Dat is afhankelijk van de bedrijfscultuur. Er zijn bedrijven waar we louter ingehuurd worden om ervoor te zorgen dat de wet nageleefd wordt. Steeds meer werkgevers beseffen echter dat preventie enkel werkt als de preventieadviseurs tussen de mensen gaan staan en betrokken worden bij belangrijke strategische beslissingen op directieniveau. Kortom: als ze verbinding kunnen maken tussen alle geledingen van de organisatie.”
Maatschappelijke rol
Wegen jullie, behalve op het bedrijfsbeleid, ook op het op het wetgevende werk?
“Onze experten worden geregeld geconsulteerd. Vaak gebeurt dit via Co-Prev, de sectororganisatie van de Belgische Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk of via de beroepsverenigingen. Maar vaak worden onze experten ook rechtstreeks benaderd. Op die manier zitten we op de eerste rij als er wetswijzigingen worden doorgevoerd of nieuwe initiatieven worden genomen.”
Wat zijn de uitdagingen voor de komende 30 jaar?
“Digitalisering, automatisering, nieuwe arbeidsvormen, GIG-economie, wijzigingen in de arbeidsrelaties, in de demografische evolutie, ... De wereld verandert razendsnel en dwingt ons om met de neus aan het venster te blijven zitten, zodat we kunnen anticiperen op de wijzigingen in de arbeidsmarkt en, samenhangend daarmee, op nieuwe, opkomende risico’s.
De voorbije jaren hebben we ons ook steeds meer gespecialiseerd op milieuwetgeving en asbestbeheer. Wat dat laatste betreft staan we voor enorme uitdagingen. Federaal is de asbestbeheersing en -sanering van werkplaatsen een hot item in functie van de gezondheid van werknemers. Vlaanderen wil daarnaast via sloopopvolgingsplannen alle publieke gebouwen asbestvrij maken maar werkt ook aan nieuwe regels waardoor eigenaars van een particuliere woning met bouwjaar 2000 of ouder tegen 31 december 2031 een asbestinventarisattest zullen moeten kunnen voorleggen. Als wij in Vlaanderen hiermee op tijd willen klaar zijn, moeten er in Vlaanderen bijgevolg dringend 500 extra inventaristen gevonden en opgeleid worden. Dat is een gigantische uitdaging.”
Betekent dat dat IBEVE ook de particuliere markt zal bespelen?
“Dat moeten we bekijken, maar sowieso zullen we onze maatschappelijke rol opnemen. Al was het maar om de kwaliteit van het asbestonderzoek en -analyses in deze nieuwe markt mee te bewaken.”
Zijn er nog belangrijke evoluties?
“Wij stellen vast dat de outsourcingtrend zich verder doorzet. In moeilijkere conjuncturele omstandigheden, zullen bedrijven sneller geneigd zullen zijn om diensten uit handen te geven. Als de economie goed draait, krijgen bedrijven hun vacatures niet ingevuld. Vandaag al sluiten we overeenkomsten met werkgevers die er niet meer in slagen om hun interne preventieadviseur te vervangen. In dat geval zetten we soms zelf een van onze mensen voor een tijd op de payroll van het bedrijf om de taken uit te voeren. Denk aan de initiële ambitie van IBEVE … de cirkel is na 30 jaar rond.”
“IBEVE is voorbereid op al die uitdagingen. Het is aan ons om onze klanten dag na dag te bewijzen dat we meer kunnen dan hen te ontzorgen, omdat we een belangrijke meerwaarde zijn in het behalen van hun bedrijfsdoelstellingen. Als ik zie met welke deskundigheid, passie en bevlogenheid onze medewerkers zich daar de voorbije 30 jaar voor hebben ingezet, dan zie ik de toekomst zeer hoopvol tegemoet. Wij staan klaar voor de komende 30 jaar!”
Ontdek in deze brochure de dienstverlening van IBEVE