Uw elektrische installatie is onmisbaar maar niet ongevaarlijk
Liet u al een risicoanalyse uitvoeren?
12-01-2021
Elektrische hoog- en laagspanningsinstallaties zijn onmisbaar op een land- en tuinbouwbedrijf. Ze brengen echter heel wat gevaren met zich mee voor mens en dier. De keuring voorafgaand aan de ingebruikname en de periodieke keuringen vormen een zeer belangrijke preventiemaatregel. IDEWE kan u daarbij ondersteunen, net als bij het opstellen van een risicoanalyse, waarmee alle restrisico’s in kaart worden gebracht en de preventiemaatregelen die daaruit voortvloeien.
De elektrische installatie is maar al te vaak de oorzaak van een brand, met veel menselijk leed en materiële schade als gevolg. Werknemers raken vaak ook ernstig gewond tijdens het gebruik of bij werkzaamheden aan de installaties.
KEURING
De keuring voorafgaand aan de ingebruikname en de periodieke keuringen vormen een zeer belangrijke preventiemaatregel om schade te voorkomen. De keuringsinstanties gaan na of er voldaan is aan de wettelijke voorschriften uit het AREI (Algemeen Reglement voor de Elektrische Installaties). Is dat niet zo dan heeft u als werkgever de plicht de inbreuken zo snel mogelijk weg te werken. In tussentijd moet u de nodige maatregelen treffen om alles veilig te houden voor mens en dier.
RISICOANALYSE
Voldoen aan het AREI volstaat echter niet altijd om alle risico’s te elimineren. Het gebruik van de elektrische energie houdt op zich ook risico’s in. Bij uitvallen van een beveiliging wordt die terug ingeschakeld, defecten of beschadigingen worden hersteld, de installatie veroudert, er worden aanpassingen doorgevoerd, er komen nieuwe werknemers die niet vertrouwd zijn met de installatie, … Als werkgever heeft u daarom de plicht om de elektrische risico’s in kaart te brengen. (Codex Welzijn van de werknemer op het werk III.2). De risicoanalyse brengt de (rest)risico’s in kaart en voorspelt wat er in de onderneming kan mislopen en welke schade hierdoor voor de werknemer kan ontstaan.
In ‘Codex III.2 Elektrische installatie’ worden de risico’s opgesomd die minimaal opgenomen moeten worden in de risicoanalyse:
- de mogelijkheid van elektrische schokken ten gevolge van rechtstreekse en onrechtstreekse aanraking;
- ontladingen, lichtbogen en potentiaalspreidingen;
- de ophoping van energie (bv. condensator), overspanningen en overstromen;
- oververhitting, brand en explosie;
- spanningsvallen en weer opkomen van de spanning;
- risico’s inherent aan het gebruik van en werkzaamheden aan de installatie;
- niet-elektrische risico’s te wijten aan slecht functioneren van stuurkringen of stroombanen.
Op basis van de risicoanalyse heeft de werkgever de plicht om de nodige preventiemaatregelen te treffen teneinde de risico’s zo veel mogelijk te beperken. De werkgever moet bij het opstellen van deze maatregelen de algemene preventieprincipes uit de welzijnswet toepassen en rekening houden met hun hiërarchie.
- Het voorkomen van risico’s primeert op de reductie ervan via preventiemiddelen.
- Het bestrijden van risico’s bij de bron primeert op het nemen van collectieve beschermingsmiddelen.
- Collectieve beschermingsmiddelen hebben voorrang op individuele.
Daarnaast zijn een goede opleiding en werkinstructies voor het personeel onontbeerlijk. Ze kunnen echter in geen geval de materiële preventiemaatregelen vervangen.
ONDERSTEUNING IDEWE
In de aanloop naar een risicoanalyse is het aangewezen om een dossier aan te leggen van uw elektrische installatie. Informatie zoals schema’s en plannen, keuringsverslagen maken daar zeker deel van uit. IDEWE kan u helpen om het dossier op een gestructureerde manier samen te stellen maar ook voor de opmaak van de risicoanalyse van uw elektrische installaties zelf kan u op ons beroep doen.