Nieuwe CAO over de sociale voorzieningen voor de bouw
Ingang 1 april 2016

30-05-2016

Op 1 april 2016 ging de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor de bouw van kracht. De CAO van 10/3/2016 vervangt de CAO van 10 februari 2005. Er zijn geen grote wijzigingen. Doch, we zetten de belangrijkste lijnen van deze overeenkomst hier voor u uiteen en melden de belangrijkste elementen en wijzigingen.

Voor wie?

De CAO is van toepassing op de ondernemingen aangesloten bij het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (PC 124).

Geldigheidsduur?

De CAO heeft een onbeperkte geldigheidstermijn gekregen.

Onderwerp?

De CAO omschrijft de bepalingen inzake de sociale voorzieningen voor de werknemers op de bouwplaats, onverminderd de bepalingen van de bijlage III-minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op bouwplaatsen.

Wie draagt zorg voor de sociale voorzieningen op de bouwplaats?

In deze CAO start men van de specifieke situatie op de werf, waarbij er een relatie hoofdaannemer – onderaannemer aanwezig is. De hoofdaannemer legt schriftelijke afspraken vast over de installatie, het gebruik en het onderhoud van de sociale voorzieningen.

Indien de onderaannemer zich niet aan de afspraken houdt, dan zal de hoofdaannemer de onderaannemer hiervan op de hoogte brengen. En bij het niet houden van de afspraken kan de hoofdaannemer op kosten van de onderaannemer instaan voor de uitvoering van de afspraken (art. 3).

Indien er geen relatie hoofdaannemer-onderaannemer aanwezig is, dan zorgt elke werkgever voor de sociale voorzieningen voor zijn werknemers.

Welke sociale voorzieningen?

De sociale voorzieningen die van toepassing zijn op de bouwplaats zijn gelijkaardig als deze van ondernemingen. Het betreft de voorziening van kleedruimtes, refters, verzorging, wasplaatsen, toiletten en opbergkasten. De technische eisen van de sociale voorziening worden gedetailleerd beschreven in de CAO.

De tekst vermeldt de specifieke bepalingen over de constructie, de inrichting en uitrusting, het onderhoud, het rookverbod, de verlichting en brandbeveiliging, en dranken. Ook het aantal sociale voorzieningen in functie tot het aantal gelijktijdig tewerkgestelde arbeid(st)ers staan beschreven.

Tot slot zijn er bepalingen over specifieke bouwplaatssituaties waarbij een uitzondering kan toegestaan worden en het gebruik van chemische toiletten.

De CAO vermeldt ook waar dat het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en aan het Comité voor preventie en bescherming op het werk (of bij ontstentenis de vakbondsafvaardiging, of bij ontstentenis de arbeid(st)ers) moet ingewonnen worden. (art. 36)

Wat is de taak van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer?

De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer moet zijn/haar advies geven over:

  • de inplanting en de toegangsmogelijkheden van de sociale voorzieningen (op de bouwplaats) - (art. 9)
  • het gevaar voor aantasting van de huid door giftige, besmettende of bijzonder vervuilende stoffen (voor het bepalen van adequate hygiëne) - (art. 12)
  • bijzondere gevallen zoals extreme warmte of koude, werkzaamheden die veel energieverbruik vereisen, hevige psychische stress,… (voor het bepalen van de aanwezigheid van een verzorgingslokaal) - (art. 19)
  • de behandeling van prikkelende, besmette, vette stoffen,… na gebruik ervan (voor het voorzien van warm en koud water en aangepaste reinigingsmiddelen) - (art. 23)
  • de reinigingsmiddelen die aanwezig moeten zijn (voor het reinigen van de handen) - (art. 25)
  • het bepalen van de specifieke bouwplaatssituaties (voor de uitzondering van werken van zeer korte duur en kleine bouwplaatsen (5 arbeid(st)ers) te bepalen) - (art. 30)
  • de kosteloos aangeboden dranken voor de arbeid(st)ers (wanneer de buitentemperatuur dit vereist) - (art. 32)
  • de drinkwatervoorziening (wanneer er risico bestaat op vergiftiging- of besmettingsrisico’s) - (art.  34)

Wat is de taak van de veiligheidscoördinator?

De veiligheidscoördinator neemt het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer over de inplanting en de toegangsmogelijkheden van de sociale voorzieningen op in het veiligheids- en gezondheidsplan. (art. 9)

Wat is de taak van de werkgever?

De werkgever moet de volledige tekst van de CAO uithangen op een voor de arbeid(st)ers zichtbare en toegankelijke plaats. (art. 1)

Ze moeten voorafgaandelijk advies vragen (en in volgorde van aanwezigheid) aan: (art. 36)

  • het comité voor preventieve en bescherming op het werk
  • de vakbondsafvaardiging
  • de arbeid(st)ers.

Er worden schriftelijke afspraken gemaakt tussen hoofd- en onderaannemers omtrent de installatie, het gebruik en het onderhoud van de sociale voorzieningen. (art. 3)

Wat is de taak van de werknemers?

De sociale voorzieningen worden op een hygiënische wijze, overeenkomstig de bestemming waarvoor ze bedoeld zijn gebruikt. (art. 12)

De arbeid(st)ers zijn verplicht:

  • de wasgelegenheid te gebruiken voor de maaltijd en na de dagtaak
  • vooraleer de refter te gebruiken, de handen te wassen en de kledij te veranderen (indien er met giftige, besmettende of bijzonder vervuilende stoffen gewerkt wordt)
  • adequate hygiënemaatregelen (douchen,…) toe te passen (indien er gevaar bestaat voor aantasting van de huid door giftige, besmettende of bijzonder bevuilende stoffen)

Hoe in de praktijk brengen?

De bouwplaatsinrichting voor de sociale voorzieningen start met een basispakket van voorzieningen die opgenomen zijn in de CAO. Dit basispakket kan op advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer aangevuld worden met bijkomende maatregelen en voorzieningen, afhankelijk van de activiteiten, de aanwezige risico’s, het aantal aanwezige arbeid(st)ers en de duur van de werken.

Dit advies dient bij voor de start van de werken overgemaakt te worden aan de veiligheidscoördinator die het aan het veiligheids- en gezondheidsplan toevoegt via de bijlagen van de werfverslagen. Idealiter wordt het advies toegevoegd aan de aanbestedingsdocumenten.

Belangrijkste wijzigingen t.o.v. het voorgaande CAO

De wijzigingen ten opzichte van het voorgaande CAO zijn vooral deze in het kader van het K.B. Arbeidsplaatsen, K.B. Omgevingsfactoren en de wetgeving rond het rookverbod. Daarnaast zijn er kleine aanvullingen gebeurd.

  • Het doorrekenen van de kosten aan onderaannemers als deze zich niet houdt aan de afspraken omtrent de installatie, het gebruik en het onderhoud van de sociale voorzieningen.
  • Er geldt een algemeen rookverbod in de sociale voorzieningen.
  • Naast de aanwezigheid van kunstmatige verlichting (indien er onvoldoende daglicht aanwezig is) is er ook voldoende sterke noodverlichting nodig.
  • De sociale voorzieningen moeten vrij gehouden worden van het stapelen van materiaal of materieel.
  • Arbeid(st)ers moeten beschikken over twee kleerkasten (één voor werkkledij, één voor eigen kledij). Het bewaren van de kledij moet achter slot en grendel kunnen gebeuren.
  • De oppervlakte van het rustlokaal is minstens 1,5m2 per persoon.
  • De bepalingen van de stortbaden zijn in de tekst opgenomen.
  • Per 4 toiletten of urinoirs minstens één wastafel voorzien.
  • Chemische toiletten voorzien voor wegenwerken en omvangrijke bouwplaatsen, indien het onmogelijk is om standaardtoiletten te voorzien.
  • Toiletten worden voorzien in de nabijheid van de refter.
  • Op advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer kunnen kosteloos aangepaste dranken verdeeld worden.
  • Aanwezigheid van individuele drinkbekertjes, eventueel wegwerpsoort, ter beschikking stellen van de werknemers op een gemakkelijk bereikbare plaats.
  • De werkgever moet alle informatie verstrekken aan het comité PBW, of de vakbondsafvaardiging, over de maatregelen die getroffen worden met betrekking tot dit besluit.

Contacteer IBEVE

Interleuvenlaan 58 - 3001 Heverlee

Tel 016/390490

info@ibeve.be

asbest@ibeve.be

Ondernemingsnummer: 0436 612 044