Legionellla?
Hoe staat het met uw beheersplan?
22-07-2015
Inleiding
In heel wat publiek toegankelijke inrichtingen (zoals sporthallen, scholen, hotels, ziekenhuizen, RVT’s), ondernemingen en organisaties vormen de over het algemeen relatief uitgebreide en complexe watervoerende installaties (sanitair, productie, klimaatbeheersing, koeltorens, …) een mogelijk ideaal biotoop voor de ontwikkeling van de legionellabacterie. Elk jaar worden Belgen slachtoffer van Legionellose, ook gekend als ‘veteranenziekte’, een infectieziekte die de luchtwegen en longen aantast, door gebruik van dergelijke installaties.
In 2007 werd in dat kader het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen uitgevaardigd (Belgisch Staatsblad 04.05.2007).
Op wie is het legionellabesluit van toepassing?
Het besluit heeft tot doel de volksgezondheid in Vlaanderen te vrijwaren en is dus enkel van toepassing op voor het publiek toegankelijke plaatsen (ziekenhuizen, RVT’s, scholen, sportclubs, hotels, exposities, tandartskabinetten, …). Het Besluit is niet van toepassing op werknemers (leerkrachten).
Vallen onder het besluit
Ondernemingen en organisaties vallen onder de matig risicoinrichtingen voor zover de sanitaire installatie bedoeld is voor meer dan 15 publieke gebruikers per dag, voor zover er warm water verdeeld wordt en op voorwaarde dat de publieke gebruikers blootgesteld kunnen worden aan een waternevel (bv. gebruik douche door leerlingen). Scholen waar enkel koud water verdeeld wordt of waar minder dan 15 personen per dag (exclusief werknemers) kunnen gebruikmaken van warm water, vallen niet onder het toepassingsgebied van het legionellabesluit.
De vraag is evenwel NOOIT ‘Moeten we aan Legionellabeheersing doen?’. De risico’s op legionella moeten steeds worden beheerst, ook al valt men niet onder het legionellabesluit! De legionellaproblematiek maakt immers naast het Vlaamse legionellabesluit ook deel uit van de globale risicoanalyse die elke werkgever moet opmaken ter bescherming van zijn werknemers in het kader van de arbeidswetgeving (Wet op het Welzijn).
Verplichtingen in het kader van het Legionellabesluit
Algemene verplichtingen
Een exploitant van een instelling die onder het legionellabesluit valt (criteria zie eerder) dient over een legionellabeheersplan te beschikken voor de aanwezige watervoorzieningen (sanitaire installatie) en dit zowel voor nieuwe als bestaande installaties.
Indien men evenwel kan aantonen dat er nooit meer dan 40 publieke personen (leerlingen) per dag kunnen worden blootgesteld aan een waternevel, dan volstaat een jaarlijkse technische controle van de waterverwarmer (met aflevering van een attest) en is men vrijgesteld van de opmaak van een beheersplan. Voor nieuwe installaties of bij vernieuwing van een bestaande installatie dient men bovendien over een conformiteitsattest te beschikken, afgeleverd door de installateur (conformiteit met BBT's van de VITO).
Het legionellabeheersplan omvat:
- administratieve beschrijving (exploitant, instelling, type, ligging, verantwoordelijkheden, …)
- technische beschrijving van installaties en leidingverloop (o.a. schema’s en plannen)
- risicoanalyse op mogelijke groei van legionella in de installatie en mogelijke blootstelling via een waternevel
- het risico op groei wordt bepaald door dode punten en stagnatiezones, gebruiksfrequentie, temperaturen (kw < 25°C, ww > 55°C), onderhoud, staat van de leiding, watertransport (terugslag), ...
- blootstelling aan besmet water via douches, sproeiers, luchtbevochtigers, …
- maatregelen in functie van de resultaten van de risicoanalyse (inclusief registratie ervan)
- structurele aanpassingen (cf. BBT's van de VITO)
- wegnemen dode punten, leidingverloop wijzigen, ...
- verhogen ww-temperatuur (> 55°C); wegnemen zones met opwarming koud water (< 25°C)
- preventieve acties (spoelen weinig gebruikte punten, onderhoud, ...)
- controlemaatregelen (temperatuurscontroles, waterstaalnames, testen terugslagkleppen, ...)
- correctieve maatregelen (acties te ondernemen bij vaststelling besmetting):
- thermische desinfectie van een leiding (4 min spoelen op 70°C)
- chemische desinfectie van een leiding
- sluiten van de douches (conc. > 100 000 kve/l)
- alle acties en controles die men uitvoert worden opgenomen in een register dat minstens tot 3 jaar terug gaat. Voorzie een procedure tegen brandwonden.
Thermische eisen
Warm water
Temperatuur > 55°C uitgezonderd in de korte aftakleidingen met lengte < 5m.
Koud water
dient steeds onder 25°C te blijven in de ganse installatie.
Het warme water dient bij het vertrek uit de waterverwarmer een T-vertrek ≥ 60°C te hebben en een T-retour ≥ 55°C in de retourleiding ingeval van een circulatiekring.
Temperatuur in de waterverwarmer minstens 1 uur per etmaal T-intern ≥ 60°C.
Wat met de douche in ons bedrijf?
Als het inrichtingen betreft waar nooit meer dan 40 personen, exclusief werknemers, per dag blootgesteld kunnen worden, dan zijn deze vrijgesteld van de opmaak van een beheersplan en het nemen van waterstalen. Het volstaat om de temperatuur de warmwaterinstallatie in te stellen op minstens 60°C en de nodige maatregelen te treffen om brandwonden bij bezoekers of leerlingen te vermijden.
Deze vrijstelling is aan voorwaarden gebonden:
De watervoorziening wordt minstens jaarlijks verplicht onderhouden door een vakman. Het onderhoud houdt ook een validering in van de conformiteit van de werkelijke temperatuur van het geproduceerde warm water met de ingestelde temperatuur op het warmwaterproductietoestel.
Een bewijs van de laatste onderhoudsbeurt ligt ter inzage van de toezichthoudende ambtenaar. Als de temperatuur van het geproduceerde water lager is dan 60°C, worden alle potentieel blootgestelde personen ervan op de hoogte gebracht dat de installatie niet legionellaveilig is. Het bewijs van een adequate informatieverstrekking moet steeds beschikbaar zijn voor de toezichthoudende ambtenaar.