Meer weten over legionella

Risicoplaatsen voor legionella

Op wie is het legionellabesluit van toepassing?

Vrijstellingen

Wat met Legionella in inrichtingen die niet onder het besluit vallen ?

Verplichtingen in het kader van het Legionellabesluit

Maatregelen op te nemen in het beheersplan (ifv de risicoanalyse)

Verplichte registraties en meldingen

Waterstaalname en normen voor sanitaire installaties

 

Risicoplaatsen voor legionella

In de meeste publiek toegankelijke instellingen zoals sporthallen, RVT's, en ziekenhuizen, maar evenzeer in de niet publiek sector (bedrijven/industrie) vormen de over het algemeen relatief uitgebreide en complexe waterverdeelinstallaties (sanitair, produktie, klimatisatie,…) een mogelijk ideaal biotoop voor de ontwikkeling van de legionellabacterie. 

Vooral wanneer delen van de installatie gedurende lange periodes niet gebruikt worden en de watertemperatuur tussen 25 en 55 °C ligt, is de kans op Legionella ontwikkeling reëel. 

Vooral in oudere installaties zijn dikwijls zones of dode punten aanwezig waar mogelijk Legionella kan ontwikkelen door jarenlange accumulatie van kalk en biologisch materiaal (biofilm), maar ook in nieuwere installaties kan  bijvoorbeeld  zeer onregelmatig gebruik met langdurige waterstagnatie aanzienlijke problemen opleveren wanneer de watertemperatuur zich in de gevarenzone bevindt.

 

Op wie is het legionellabesluit van toepassing ?

In 2007 werd het  Besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen, (BS dd. 04.05.2007) uitgevaardigd.

Het besluit heeft tot doel de volksgezondheid in Vlaanderen  te vrijwaren en is dus enkel van toepassing op voor het publiek toegankelijke plaatsen (Ziekenhuizen, RVT's, scholen, sportclubs, hotels, exposities, tandartskabinetten, …) of installaties die een risico voor het publiek kunnen betekenen (koeltorens).

Alle voor het publiek toegankelijke inrichtingen en exposities waar één of meer aerosolvormende installaties aanwezig zijn en die wat de veteranenziekte betreft, een risico kunnen vormen voor de volksgezondheid vallen dus onder het besluit.

Ook bedrijven in Vlaanderen die beschikken over een koeltoren worden als publiek toegankelijk beschouwd en vallen onder dit besluit voor hun watervoerende koeltorens. 

De inrichtingen worden wat hun sanitair betreft ingedeeld in hoogrisico- en matigrisico-inrichtingen.  Voor koeltorens geldt een aparte indeling evenals voor tandartskabinetten en exposities. De standaardbeheersmaatregel is temperatuurbeheersing.

 

Hoog Risico-inrichtingen zijn voor het publiek toegankelijke  inrichtingen die gericht zijn op de behandeling, huisvesting of verzorging van gevoelige personen, dus ongeacht de aard of omvang van de sanitaire installatie.   

Gevoelige personen zijn:

  • mensen met ernstige immuunsupressie, kanker of nierlijden
  • Aids- en diabetespatienten
  • mensen met Chronisch longlijden
  • Personen vanaf 65 jaar
  • Rokers

Vb. Een ziekenhuis (inclusief dagziekenhuis) , rusthuis en zelfs serviceflats zijn dus steeds hoog risico-inrichtingen daar zij gericht zijn op de verzorging, huisvesting of opvang van een risicogroep (voor zover er blootstelling kan zijn aan een aerosol).

 

Matig-risico inrichtingen zijn Inrichtingen die niet onder de definitie van hoog-risico inrichting vallen en waar aan volgende criteria voldaan is:

  • de inrichting heeft een warmwatervoorziening die gebruikt kan worden door meer dan 15 gebruikers per dag (exclusief werknemers)
  • de installatie bevat douchesystemen of andere aerosolvormende punten.

Vb.  In hotels, scholen of sportclubs komen bijvoorbeeld ook mensen uit de gevoelige groep, maar zij zijn matig-risico daar zij niet specifiek gericht zijn op de huisvesting, verzorging of behandeling van die gevoelige groep (bijvoorbeeld rokers), maar wel op bijvoorbeeld huisvesting in het algemeen.

 

Voor hoog- en matig risico-inrichtingen geldt een verplichte opmaak van een beheersplan met technische beschrijving van de installatie, een risicoanalyse en maatregelen op basis van de risicoanalyse (inclusief registratie ervan).  Op basis van de risicoanalyse wordt een programma van waterstaalnames opgestart.  Voor nieuwe installaties is bovendien een conformiteitsattest vereist waarin conformiteit met de BBT's van de VITO bevestigd wordt.

Koeltorens, tandartskabinetten en exposities worden apart ingedeeld en hebben aparte bepalingen.

 

Vrijstellingen

Het Legionella Besluit voorziet een aantal vrijstellingen voor matig risico-inrichtingen en inrichtingen die voldoen aan de BBT's van de vito:

  • Installaties die voldoen aan de BBT's van de VITO zijn vrijgesteld van waterstaalnames.
  • Voor matig risico-inrichtingen waar nooit meer dan 40 personen, exclusief werknemers, per dag blootgesteld kunnen worden, geldt evenwel een vrijstelling van de opmaak van een beheersplan en waterstaalname. 

 

In dat geval volstaat het om de temperatuur van het warmwater-productietoestel in te stellen op minstens 60 °C en de nodige maatregelen te treffen om brandwonden bij bezoekers, leerlingen of cliënten te vermijden.

De watervoorziening wordt minstens jaarlijks verplicht onderhouden door een vakman. Het onderhoud houdt ook een validering in van de conformiteit van de werkelijke temperatuur van het geproduceerde warm water met de ingestelde temperatuur op het warmwaterproductietoestel.  Een bewijs van de laatste onderhoudsbeurt ligt bij de school ter inzage van de toezichthoudende ambtenaar.

Als de temperatuur van het geproduceerde water lager is dan 60 °C, worden alle potentieel blootgestelde personen ervan op de hoogte gebracht dat de installatie niet legionellaveilig is. Het bewijs van een adequate informatieverstrekking aan de blootgestelden is bij de school beschikbaar voor de toezichthoudende ambtenaar.

 

Wat met Legionella in inrichtingen die niet onder het besluit vallen ?

Inrichtingen waar geen aerosolvormende punten aanwezig zijn vallen niet onder het Legionellabesluit daar hier geen blootstelling mogelijk is.  Inrichtingen die niet onder de definitie van hoog-risico inrichting vallen en  waar minder dan 15 personen per dag (exclusief werknemers) gebruik kunnen maken van warm water, vallen eveneens niet onder het Vlaamse Legionella Besluit van 2007. Vb een kleine kinderopvang, een school waar geen douches door de leerlingen gebruikt kunnen worden,….

Uiteraard zullen dergelijke inrichtingen de installatie onderhouden en uitbaten als een goede huisvader om voldoende waterkwaliteit te garanderen. 

Ook sanitaire installaties in niet voor het publiek toegankelijke bedrijven (industrie) vallen niet onder het toepassingsgebied van het bovenvermelde Besluit.  Dit betekent evenwel NIET dat men geen aandacht dient te besteden aan mogelijke legionella groei in deze installaties. 

De legionellaproblematiek maakt immers deel uit van de globale risicoanalyse die elke werkgever dient op te maken ter bescherming van zijn werknemers in het kader van de arbeidswetgeving (Wet op het Welzijn). 

In dit geval wordt dus aan legionellabeheersing gedaan vanuit de Wet op het Welzijn.  In deze benadering wordt het risico voor de werknemers bekeken die gebruik maken van de betreffende watervoerende installaties installaties en worden maatregelen genomen ter preventie van blootstelling van deze werknemers aan legionella.  Hierbij kan het Vlaamse Besluit gebruikt worden als leidraad en zijn dezelfde maatregelen van toepassing  als voor een matig risico-inrichting. 

De vraag is dus NOOIT "moeten we aan legionellabeheersing doen?".  Er dient steeds naar de risico's m.b.t legionella gekeken te worden, alleen zal men dit doen vanuit een andere wetgeving en met als doelstelling de bescherming van een andere doelgroep.  Werknemers vanuit de Wet op het Welzijn (arbeidswetgeving), publieke personen vanuit het Vlaams Legionella Besluit (volksgezondheid).

 

Verplichtingen in het kader van het Legionellabesluit

Het Besluit legt in grote lijnen 2 verplichtingen op voor inrichtingen die onder de criteria van het Besluit vallen:

  • opmaak van een beheersplan voor bestaande en nieuwe installaties door de exploitant van de installatie
    • volledige administratieve (exploitant, instelling, type, ligging, verantwoordelijkheden, waterleverancier,…) en technische beschrijving inclusief schema's en plannen
    • risicoanalyse op groei en blootstelling op basis van volgende parameters
      • dode punten en stagnatiezones
      • gebruiksfrequentie
      • temperaturen (koud water < 25°C, warm water > 55°C)
      • onderhoud en staat van de leiding
      • aêrosolvomers (douche, badsproeier, luchtbevochtiger,…)
      • watertransport (terugslag)
    • Maatregelen in functie van bekomen risico's (zie verder)
  • Verplichte conformiteit met de BBT's van de VITO voor nieuwe installaties of voor vernieuwing van onderdelen van een bestaande installatie (conformiteitsattest verplicht). Deze BBT's zijn een dokument met Best Beschikbare Technieken opgemaakt door de VITO waarin de na te streven opbouw en exploitatievoorwaarden aangegeven staan in functie van het type en de omvang van de installatie.

 

Hierbij is het besluit voor sanitaire installaties vrijwel volledig gericht op het thermisch beheersen van legionella groei, met name:

  • In alle koud waterleidingen Tkw < 25°C
  • In alle warm water leidingen langer dan 5m: Tww > 55°C
  • Op het niveau van de waterverwarmer:
    • Vertrekleiding Tvertrek ≥ 60°C; eventuele Retourleiding  Tretour ≥ 55°C
    • In de volledige waterverwarmer minstens 1 uur per etmaal Tintern ≥ 60°C

Bij koeltorens zal het beheer naast structurele eisen natuurlijk eerder gericht zijn op onderhoud en desinfectie daar een koeltoren nu eenmaal met zijn normale werking in de temperatuurszone voor legionellagroei valt.

Nieuwe installaties dienen reeds voor de indienststelling te beschikken over een beheersplan. Voor nieuwbouw of bij verbouwing zijn bovendien van bij het ontwerp van het watervoerend systeem specifieke regels in acht te nemen met betrekking tot de productie van warm water, de verdeling van warm en koud water evenals met betrekking tot het concept van de aftappunten (zie BBT). Elke eindverantwoordelijke voor het ontwerpen of plaatsen van een nieuwe watervoorziening of delen ervan en voor de aanpassing van bestaande watervoorziening reikt hij voor zijn bijdrage een conformiteitsattest uit dat toegevoegd wordt aan het beheersplan.

Bestaande installaties dienen ondertussen ook reeds enkele jaren over een beheersplan te beschikken en dienen hun installaties  geleidelijk aan te passen conform de BBT's van de VITO. 

 

Maatregelen op te nemen in het beheersplan (ifv de risicoanalyse)

Maatregelen in functie van bekomen risico's

  • Structurele aanpassing overeenkomstig BBT van de VITO
    • Wegnemen dode punten, Isolatie, plaatsing terugslagklep, wijziging leidingverloop, vervangen waterverwarmer, waterverzachting,….
  • Beheersmaatregelen in afwachting van structurele aanpassing
  • Controlemaatregelen
    • Waterstaalname en Temperatuurscontroles
    • Controle werking terugslagkleppen
    • Controle doorstroming (debieten, druk,…)
    • Desinfectie na vaststelling waterbesmetting en staalnameprogramma
    • Maatregelen bij afwijkende temperaturen
    • Maatregelen bij vaststelling terugslag, waterverkleuring, geuren,…
    • Preventieve spoelingen en temperatuursverhogingen
    • Preventieve desinfecties (thermisch > 70°C, Chemisch,…)
    • Preventief onderhoud en reiniging
      • Verwijderen afzettingen
      • Goede werking installaties en sensoren
  • Correctieve maatregelen
  • Preventieve maatregelen

Bij het nemen van thermische maatregelen dient men tevens te beschikken over een procedure ter preventie van brandwonden.  Indien Thermische maatregelen niet mogelijk zijn (bijvoorbeeld beperkingen in de psychiatrie), dan kan men eventueel gebruik maken van de in het Besluit erkende alternatieve beheersmaatregelen zoals electrolyse of dosering van Chloordioxide (oxiperm) op voorwaarde dat het beheersplan volledig is aangepast aan de randvoorwaarden van dergelijke toestellen en hun werking.  In dat geval kan men afwijken van de temperatuurszones die vereist zijn voor thermisch beheer van een installatie.

 

Verplichte registraties en meldingen

In het kader van het legionellabesluit zal men een logboek dienen bij te houden van alle controles (temperatuur, waterstaalname,…), onderhoudsactiviteiten, correctieve en preventieve acties evenals van structurele aanpassingen.  Dit logboek dient ter inzage aanwezig te zijn in het legionelladossier en dient een goed beheer te kunnen aantonen.

In het kader van het Legionellabesluit is er een meldingsplicht voor koeltorens.  Deze installaties dienen bij de bevoegde diensten van volksgezondheid schriftelijk aangegeven te worden.   De betreffende meldingsformulieren kunnen gedownload worden van de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid.

Voor matig risico-inrichtingen die genieten van een vrijstelling op basis van minder dan 40 gebruikers per dag geldt een verplichte jaarlijkse technische controle van de warmwaterbereider met schriftelijke registratie.

In geval van vaststelling van zeer ernstige waterbesmettingen dient men de diensten van volksgezondheid op de hoogte te stellen (zie normen sanitaire installatie).

Gevallen van Legionellose dienen steeds gemeld te worden.

 

Waterstaalname en normen voor sanitaire installaties

Waterstaalnames worden genomen op basis van de lijst van kritieke punten die men bekomt na uitvoering van de risicoanalyse.  Het aantal stalen wordt bepaald in functie van het aantal kritieke punten evenals in functie van de omvang van de installatie ten einde een relevant beeld te krijgen van de eventuele besmettingsgraad.  In functie van de resultaten van deze eerste staalname zullen bepaalde acties en staalnameprogramma doorgevoerd worden.